Een doorsnee ochtend; proberen de kinderen op tijd klaar te krijgen om op tijd op school te staan. Over het algemeen gaat dat best goed tegenwoordig.
In ieder geval sinds ik voor mezelf heb besloten dat haast voelen, niet betekent dat er een levensbedreigende situatie is die bestreden moet worden. Vroeger ging dat een beetje als volgt:
De interpretatie van mijn lijf alsof er een levensbedreigende ramp nadert als we te laat gaan komen (nee, als ik denk dat we te laat komen, want meestal zijn we alsnog PRIMA op tijd). Het hoofd dat niet meer nadenkt. Schreeuwen en tieren dat ze moeten opschieten, met als gevolg dat het nog langzamer gaat, allemaal met een rothumeur aankomen op school (vervolgens overigens de rest van de dag met een schuldgevoel zitten dat ik nu natuurlijk mijn kinderen de rest van hun leven heb opgezadeld met een trauma).
Dat heb ik gelukkig achter me kunnen laten. Adem halen, mezelf overtuigd dat te laat komen geen levensbedreigende ramp is en het belangrijker is dat we allemaal met een goed gevoel de dag kunnen starten. Zo ver ben ik al .
Meestal dan.
Laatst even niet.
De jongste moppert voor de derde keer 'ik wil een trui aan, maar ik wil hem niet zelf boven halen'.
'Nee, je pakt ZELF je trui boven', roep ik naar beneden terwijl ik naar boven aan het stampen ben omdat we eigenlijk geen tijd hebben voor dit gedoe en het koud is en zoonlief eigenlijk echt een trui aan moet.
Mijn hart gaat tekeer, boosheid vult mijn borst en mijn hoofd. Ik stamp naar boven, schreeuwend dat hij dit eigenlijk ECHT ZELF MOET DOEN.
Halverwege de trap.
Een helder moment.
Een ademhaling.
Waar ben ik mee bezig?
Ik sta stil, ik draai me om, rustig. Ik loop de trap weer af. Ik zeg tegen de jongste: 'je kunt NU nog een trui halen boven als je wilt en anders doe je geen trui aan.
'Ok'.
Hij gaat zonder trui naar school.
Comments